Categorie: Blog

Heeft u last van uw eigen gesnurk of dat van uw partner? Lees hier diverse tips, nieuwsberichten en artikelen over snurken en snurkproblemen.

MEER SNURKEN, MINDER SEKS: NACHTELIJK GERONK IS DOMPER OP INTIMITEIT

Meer dan 4 miljoen Nederlanders hebben last van chronisch snurken. Uit intakegesprekken van de Kliniek voor Snurken en Apneu Nederland blijkt nu dat het voor minder spanning tussen de lakens zorgt. 

Snurken en seks op hetzelfde kussen? Daar slaapt de duivel tussen.

SNURKEN

Dat mensen met overgewicht snurken, wisten we al, en ook dat het voor fysieke ongemakken kan zorgen. Maar dat mensen – zowel de snurkers als hun partners – door het geronk ook minder zin in seks hebben? Dat was tot nu toe minder bekend.

Volgens  gegevens van de snurkkliniek gaf zeventig procent van de patiënten tijdens het intakegesprek aan minder behoefte te hebben aan intimiteit met hun partner. De redenen daarvoor zijn best logisch. De meeste chronische snurkers slapen bijvoorbeeld apart, in een speciaal daarvoor ingerichte slaapkamer.

MINDER ZIN

Koppels die ondanks het nachtelijke geronk in hetzelfde bed liggen, slapen vaak slechter, en zijn overdag vermoeid: dat doet geen wonderen voor je libido.  Als koppels dan ook nog eens flink ruzie maken over het gesnurk, zorgt dat voor nóg minder zin.

Apart slapen is weliswaar goed voor de nachtrust, erg steamy is het natuurlijk niet. “Meer dan de helft van alle mensen die zich aanmelden bij onze kliniek slapen gescheiden door hun snurkprobleem. Alleen slapen is zeker niet ongezond, maar romantisch is het allerminst”, vertelt woordvoerder Olivier Tielemans.

Bron: EMMA BREED – LINDA

Niet sporten, wel seksen: zo kom je tot een superslaap

Maar liefst 51% van de Nederlanders is moe als hij opstaat. Niet voor niets is er tijdens deze Week van het Slapen zoveel aandacht voor het fenomeen. Dit zijn tien dingen die je waarschijnlijk nog niet wist om te komen tot een betere nachtrust.


© 123RF

Na de seks verlopen je slaapfasen efficiënter en je wordt uitgeruster wakker.

Zo bont als Japanners, die staand slapen in de metro, maken we het niet. Toch is meer dan de helft van de Nederlanders moe als hij opstaat, weet expert Floris Wouterson, auteur van het boek Superslapen. Zelfs als je de ouders met kleine kinderen, mantelzorgers en mensen met een onregelmatig beroep, zoals brandweerlieden en mensen in de zorg daar vanaf trekt, is dat een schrikbarend percentage volgens Wouterson.

Niet-uitgeslapen medewerkers kosten de overheid jaarlijks 15,8 miljard door met name productiviteitsuitval. „Slapen wordt als eerste overboord gegooid, bij bijvoorbeeld deadlines in je werk. We razen gewoon door met ons slaperige hoofd.” Wouterson pleit voor meer bewustzijn voor dit ’zwaar onderschatte probleem’.

Korte lontjes
Ruim vijftig procent van de werknemers valt volgens Wouterson in de ’rode en oranje categorie’, wat wil zeggen dat ze een uitdaging hebben wat betreft slaap. „Concentratieproblemen, korte lontjes, vergeetachtigheid.” Slechts een kwart is volgens hem een superslaper, wat betekent dat je zin hebt in de dag, en bijvoorbeeld een normale eetlust hebt, wat ook weer samenhangt met slaap.

Volgepropte bedden
Superslapen betekent volgens de slaapexpert energiek wakker worden. „Dat is een normale toestand, maar we zijn zo van god los in deze maatschappij.” De auteur deed een tijdje ’slaapkamer check-ups’ tijdens coachingsessies en schrok daar best van. „We liggen in broodroosters.” Hij zag volgepropte bedden met kussens en dikke donzen dekbedden. „Ook is de temperatuur van de kamer vaak te hoog, deze zou tussen de 16 en 18 graden moeten liggen.”

Dat cafeïne, alcohol en blauw licht van je smartphone slecht voor een goede nachtrust zijn, is bij de meeste mensen wel bekend. Vandaag, tijdens de Internationale week van de slaap, leert Wouterson ons tien dingen die je waarschijnlijk nog niet wist van slapen.

1. Klagers zijn slechte slapers
„De maatschappij draait op de ellende van een ander. Klagen is een negatieve spiraal. Mensen praten elkaar dingen aan. En gedurende de dag stapelt die negativiteit zich op. Mediavasten kan helpen, maar vraag ook de ander om jou erop attent te maken als je klaagt. Wordt er bewust van en stop ermee.”

2. Op je linkerzij slapen is het best
„Je slaapt het beste op je zij omdat je lichaam en vooral je wervelkolom zo het beste kunnen ontspannen. De linkerzijde geniet de voorkeur. Het hart hoeft minder te pompen en bloedcirculatie en spijsvertering worden bevorderd. Met bijvoorbeeld op je rug liggen gaat je mond openstaan en door de mond ademen is niet goed.” Volgens expert Wouterson kun je er aan werken om je slaappositie te veranderen.

3. Mandarijn beste slaapgeur

„De geur van mandarijnen ter ontspanning werkt het beste bij jonge kinderen. Doe bijvoorbeeld wat mandarijnolie onder de voetzolen. De reuk is het oudste en sterkste orgaan en geur doet iets met je. De mandarijn geeft de meest ontspannende werking. Bij testpersonen is aangetoond dat ze meer diepe slaap hadden.”

4. If you snooze you lose
„Snoozen is een teken dat je niet bent uitgeslapen en dat je te moe bent om aan de dag te beginnen. Je lichaam kan niet klokkijken, half 12 zegt jouw lichaam niets. Ga je snoozen dan word je wakker, ga je slapen, word je wakker, ga je slapen et cetera. Daar snapt je lichaam niets van, dat wil alleen maar regelmaat. In het weekend kun je daarom ook beter niet uitslapen.”

5. Zet de wekker ’s avonds

„’s Avonds lees je wat, je kijkt tv, voor je het weet is de avond om. Maar een slaapvenster – het bepalen van een vast tijdstip van opstaan en het uur van slapen gaan – is heel belangrijk. Zet de wekker een uur voor je naar bed gaat en begin dan met je routine. Ruim wat op, zet de afval weg, haal je make-up eraf: niet onder het felle tl-licht.”

6. Pak deze supertip voor uitslapen na het feesten
„Leuk feestje gehad en om half 3 ’s nachts thuis? Sta dan toch op om half 7 ’s ochtends als dat jouw door-de-weekse vaste tijdstip van opstaan is. Sta op, doe je ding: neem water, ga naar het toilet, trek een stuk gordijn open voor daglicht, en ga daarna weer naar bed. Je hormonale processen zijn dan opgestart. Deze actie ontregelt je interne klok niet en het voorkomt die maandagochtend blues.”

7. Stop met sport in de avonduren
„Elke vorm van lichamelijke inspanning zoals sport kun je beter laten, zeker drie uur voor het slapen gaan. De muziek in fitnessscholen is al helemaal niet bevorderlijk voor je slaap.”

8. Seks beste manier om lekker te slapen

Punt 7 had het over lichamelijke inspanning, maar seks is volgens Wouterson juist uitstekend om lekker in slaap te kunnen vallen. „Genegenheid en vooral een orgasme is een fantastische voorbereiding op een geweldige nachtrust doordat er veel hormonen vrijkomen. Je slaapfasen verlopen efficiënter en je wordt uitgeruster wakker.”

9. Acht uur slaap onzin
„Minstens acht uur slapen is zeker niet voor iedereen van toepassing, het kan zelfs zorgen voor stress als je denkt ’het is me niet gelukt’. Als je minder nodig hebt, maar je dwingt jezelf om acht uur te slapen dan ben je gewoon tijd aan het verspillen. Denk niet in uren maar in cycli. Een slaapcyclus bestaat uit circa 90 minuten en niet 60. Tijdens die 90 minuten doorloop je vier fasen: sluimer, lichte, diepe en remslaap. Je voelt je het meest uitgerust aan het einde van zo’n cyclus. Reken daarom terug in blokken van anderhalf uur om te bepalen wanneer je naar bed moet.”

10. Zwembandjes van invloed op slaapgedrag
„Te veel lichaamsvet is een onderbelicht punt als we het hebben over slaapproblemen. Zwembandjes zorgen voor stress van organen en zenuwstelsel. Bovendien werkt buikvet snurken in de hand. Om te bepalen of je te veel buikvet hebt, moet je de omtrek van je taille meten.”

Bron: Tanja Kamphuis | Telegraaf

Minder snurken? Onderzoekers vinden link tussen vegan dieet en slaapapneu

Klinkt jouw partner ’s nachts als een varken? Schrap dat lapje vlees uit je menu en je maakt ook minder dierlijke geluiden, stelt een nieuw onderzoek. Maar er zit wel een addertje onder het gras.


Is het eten van kippen, varkens en koeien zielig voor die dieren die daardoor niet meer vrolijk door de wei huppelen? Daar zijn de meningen over verdeeld, maar een carnivoor dieet lijkt vooral ook heel vervelend voor je partner die ’s nachts wakker ligt van jouw gesnurk. Een nieuw onderzoek van de European Respiratory Society stelt dat een vegan dieet de kans op slaapapneu – dat vaak samen gaat met luid gesnurk – verkleint. Toch is niet elke vegan ’s nachts muisstil. Hoe zit dat?

Slaapapneu en snurken

De wetenschappers wilden weten of er een verband is tussen wat je eet en de kans dat je obstructief slaapapneu (OSA) ontwikkelt. Bij osbstructief slaapapneu ontspannen je spieren tijdens het slapen zoveel dat je tong en de zachte delen in je keel de ademhaling blokkeren. Doordat je meerdere keren per nacht een korte ademstilstand hebt, kom je vaak niet in een diepe slaap en word je zelden uitgerust wakker. En je ligt waarschijnlijk ook flink te ronken.

Welke invloed heeft je voeding op de kans dat je slaapapneu ontwikkelt? Het onderzoeksteam, onder leiding van Yohannes Melaku van de Flinders University (Australië), maakte gebruik van een dataset met gegevens van 14.210 personen om dat uit te zoeken. Aan alle deelnemers van het onderzoek was gevraagd om 24 uur lang alles wat zij aten op te schrijven. Daarnaast kregen zij een vragenlijst om te bepalen hoe groot hun risico op slaapapneu was.

Zo verkleint plantaardig eten de kans op slaapapneu

De vegans bleken negentien procent minder kans te hebben op het ontwikkelen van slaapapneu dan de vleeseters. Maar, dit gaat alleen op als je biefstuk vervangt door gezonde producten zoals volkoren granen, groente, fruit en noten. Eet je elke dag plantaardige taartjes vol suiker of giet je liters frisdrank naar binnen, dan snurk je waarschijnlijk juist méér, ontdekten de wetenschappers.

Het is dus nog maar de vraag of je dat lapje vlees écht de schuld mag geven van je nachtelijke geronk. Eerder onderzoek van Johns Hopkins Sleep Disorders Center noemt obesitas als een van de risicofactoren voor slaapapneu. En die extra kilo’s kun je ook als vegan prima verzamelen.

Zoals vaak het geval is in de voedingswetenschap is er meer onderzoek nodig om te achterhalen waarom vegans met een gezond dieet minder snurken dan vleeseters en ‘ongezonde’ vegans. Maar als je iemand wilt overtuigen minder vlees te eten, heb je er toch weer een argument bij. Al laat je als vegetariër wel weer meer scheten.

Bron: Willeke van Doorn – Quest

Tandheelkundige consequenties bij het gebruik van een MRA

Doordat een MRA de onderkaak (mandibula) naar voren houdt tijdens het slapen, kan de tong de luchtweg minder gemakkelijk blokkeren en wordt de keelholte ruimer. Naast het gunstige effect op de ademweg, kent het gebruik van een MRA ook een aantal bijwerkingen. Kort gezegd zorgt een MRA voor een – soms best flinke – toename van de belasting op het kauwstelsel. Dit stuk gaat in op de korte en lange termijn gevolgen van het gebruik van een MRA.

Geen werking zonder bijwerking
Bij het gebruik van een MRA zullen in de eerste dagen een aantal bijwerkingen optreden. Deze bijwerkingen zijn meestal een toename van de speekselvloed, pijn in het gebit, pijn in het oor of kaakgewricht, een stijf en vermoeid gevoel in de kauwspieren. Deze klachten zijn het directe gevolg van een toename van de belasting op het kauwstelsel. Meestal zijn deze klachten alleen aanwezig in de eerste weken na het plaatsen van de MRA en gaan deze klachten met een aantal weken vanzelf over. Vaak nemen de klachten toe als de MRA wat bij wordt getitreerd.

Naast deze klachten wordt vaak op de wat langere termijn ook een tijdelijke open beet of gevoel van een beetverandering in de ochtenduren waargenomen bij patiënten die een MRA gebruiken. De open beet is het directe gevolg van een overbelasting op het kauwstelsel. Dit beeld wordt dan ook wel toegeschreven aan vochtaccumulatie in het retrodiscale gebied van het kaakgewricht. Meestal is de open beet of de beetverandering tijdelijk en verdwijnt deze na ongeveer een half uur. De open beet kan ook teruggedrukt worden door te bijten op een dunne siliconen plaat (zogenaamde Leafe Gauge) waardoor de patiënt de onderkaak als het ware naar achteren bijt.

Op de wat langere termijn (meestal na een half tot 2 jaar), zullen er veranderingen in de gebitsocclusie waarneembaar zijn. Deze veranderingen kunnen klein zijn zodat het nauwelijks opvalt, maar soms kunnen deze veranderingen zorgen voor een verstoring van de functie, waardoor het aantal occluderende elementen verlaagd is en de oorspronkelijke maximale occlusie niet meer bereikt kan worden. De gevolgen op de gebitsocclusie zijn het gevolg van de krachten op de gebitselementen waardoor deze, net zoals dat gebeurt bij orthodontische apparatuur, zullen verplaatsen. De mate en de snelheid waarmee deze verplaatsingen optreden is per patiënt verschillend en heeft onder meer te maken met het aantal elementen, het aanhechtingsniveau op het bot de krachten, die de MRA genereert. Ook kan de kaakrelatie en gebitsocclusie voor behandeling een rol spelen bij het ontstaan van veranderingen in de occlusie. Zo wordt wel gesteld dat patiënten met een diepe beet meer ‘beschermd’ worden tegen occlusie veranderingen dan patiënten met een Angle Klasse 1 of 3 relatie. Op de lange termijn zullen bij de meeste gebruikers van een MRA zeker veranderingen in de gebitsocclusie worden waargenomen. Deze veranderingen van de gebitsocclusie zijn binnen een gezond kauwstelsel goed door het lichaam te incasseren. Deze veranderingen  geven dan ook geen aanleiding tot het ontwikkelen van temporomandibulaire disfunctie. Toch zullen de veranderingen bij patiënten kunnen leiden tot het ontwikkelen van functie klachten. De meeste patiënten zullen verder geen hinder ervaren van de dwangbeet.

Het is echter wel belangrijk, dat de behandelend tandarts de veranderingen van de gebitsocclusie goed controleert en daar waar nodig de functie van het gebit faciliteert. Dit laatste is bijvoorbeeld, bij het ontstaan van een dwangbeet, door middel van inslijpen te corrigeren. Deze therapie is ook aan te raden als de veranderde occlusie en articulatie ervoor zorgt dat zwakke elementen, met porselein opgebakken elementen en eventueel endodontisch behandelde elementen ineens overbelast raken. Het inslijpen heeft als doel dat deze elementen uit de occlusie/articulatie worden gehouden, zodat het krachtenspel zo min mogelijk schade kan aanrichten. Ook kunnen eventueel scherpe knobbels iets worden ingeslepen ter preventie van breuk. Daarnaast kunnen elementen die parodontaal zwak zijn (verminderd aanhechtingsniveau bij een gezond, gereduceerd parodontium) preventief ingeslepen worden. Bij deze zwakke elementen kan ook gedacht worden aan het maken van een vezelversterkte ‘parospalk’ zodat de krachten goed verdeeld worden bij functie van de onderkaak.

Ofschoon het niet vaak voorkomt bij het gebruik van een MRA, kunnen de pijnklachten dusdanig worden, dat hierboven beschreven therapie niet helpt. Meestal gaat het om pijn in grote kauwspieren (zoals de masseter en de temporalis) en soms ook het kaakgewricht. Niet elke tandarts die patiënten met een MRA behandelt, is Tandheelkundige consequenties bij het gebruik van een MRA gewend om met deze problematiek om te gaan. Vaak wordt geadviseerd om de MRA maar een poosje niet te dragen. Het nadeel is dat de (OSAS-) patiënt in feite geen nacht zónder MRA kan slapen en eventueel moet uitwijken naar de CPAP. Dat wil niet iedereen. Soms kan door het titreren van de onderkaak in een minder proale stand de klachten doen verbeteren. Vaak kan via een orofaciaal fysiotherapeut een programma worden opgesteld waarbij via oefeningen de spieren en het kaakgewricht behandeld worden. Een tandarts-gnatholoog kan ook geraadpleegd worden indien de klachten dusdanig zijn dat een orofaciaal fysiotherapeut vastloopt.

Bezint eer ge begint
Een goed peroperatief klinisch en beeldvormend mondonderzoek is een essentieel onderdeel van de behandeling met een MRA. Bij een gezond kauwstelsel kunnen de krachten die ontstaan door overbelasting door het lichaam goed worden opgevangen, maar zullen wel op de lange termijn leiden tot blijvende veranderingen in de gebitsocclusie en articulatie. Het is belangrijk dat patiënten voorafgaande aan de behandeling goed worden geïnformeerd over deze gevolgen en wat de behandeling van deze gevolgen kan zijn (inslijpen, spalken of in sommige situaties het staken van de behandeling).

Is het kauwstelsel niet gezond, dan zal de mate van pathologie een factor zijn die meeweegt of een een MRA al dan niet geïndiceerd is. Naast dentoalveolaire pathologie kan er ook sprake zijn van temporomandibalaire pathologie. In dat geval is het verstandig om een uitgebreid functieonderzoek uit te voeren. Bij twijfel kunt u overwegen om een advies van een tandarts-gnatholoog in te winnen.

 

James Huddleston Slater
Tandarts, tandarts – gnatholoog
Tandartspraktijk Huddleston Slater, Groningen

Neussnurken: kun je snurken door de neus?

Veel mensen denken dat ze alleen door hun neus snurken. We krijgen hier regelmatig vragen over. Maar bestaat dat eigenlijk wel, neussnurken? In een van onze vlogs legt snurkexpert Olivier Tielemans uit waarom neussnurken een fabeltje is én hoe het komt dat het lijkt alsof je snurkt door je neus.

Gezicht als klankenkast
Om maar meteen met de deur in huis te vallen: neussnurken bestaat niet. Snurken wordt niet veroorzaakt door de neus maar door de tong. ’s Nachts verslappen al je spieren, waaronder de tong. Die verslapt, zakt de luchtweg in en veroorzaakt daar een vernauwing. Deze vernauwing zorgt voor trillingen bij het ademhalen: het snurkgeluid.
Slaap je met je mond open, dan komt het geluid via je mond naar buiten en snurk je zogenaamd door je mond. Maar als je met de mond dicht slaapt moet het geluid op een andere manier naar buiten. Dit gebeurt dan via de neus. De oorzaak is dus altijd de tong, maar het geluid komt dan via de neus naar buiten waardoor het lijkt alsof je door de neus snurkt.

Oplossing
Om snurken op te lossen moet de oorzaak aangepakt worden: de tong. Door deze op zijn positie te houden blijft de luchtweg vrij, zijn de trillingen verdwenen en is dus ook het snurkgeluid verdwenen. Een mondstuk is daarom dé oplossing tegen snurken. De SnörEx® is het eerste mondstuk van Europa zonder bijwerkingen. De SnörEx® wordt op maat gemaakt en is ook geschikt voor prothesedragers.

Tips om beter te slapen in de hitte

De zomer komt er aan en dat betekent dat we steeds vaker te maken krijgen met een hittegolf. Deze tips helpen je om beter te slapen bij warm weer.

1. Sluit ramen, gordijnen en rolluiken

Blokker het warme zonlicht door de gordijnen of rolluiken te sluiten. Houd ramen gesloten. Hierdoor wordt de slaapkamer minder snel warm. Als ’s-avonds de temperatuur weer gaat dalen kun je de ramen tegen elkaar openzetten voor de nodige frisse lucht.

2. Koel je voeten

In de winter kunnen veel mensen niet slapen als ze koude voeten hebben. Het is daarom ook logisch dat deze mensen in de zomer moeilijk in slaap komen wanneer ze warme voeten hebben. Spoel je voeten daarom voor het slapengaan even af onder de douche of kraan.

3. Ventilator

Een ventilator kan voor een heerlijk briesje zorgen. Het beste zet je de ventilator voor een open raam. Een ventilator zuigt namelijk lucht van achteren naar binnen en blaast het aan de voorkant er weer uit.

4. Bevroren flessen water

Vul een grote fles met water en leg deze in de vriezer tot het water helemaal bevroren is. Zet de fles nu voor de ventilator (met een theedoek er onder). Als de ventilator aangezet wordt blaast deze de koude lucht, afkomstig van de koude flessen, de kamer in.

5. Koel het laken

Het klinkt misschien gek, maar door je laken (in een plastic zak) in de koelkast te stoppen en voor het slapengaan er uit te halen stap je ’s avonds in een koel bed.

6. Neem een lauwwarme douche

Een koude douche nemen is geen goed idee. Hierdoor vernauwen je bloedvaten en kan het lichaam warmte slechter kwijt. Je kunt dus beter een lauwwarme douche nemen voor het slapengaan.

7. Katoen

Katoen is luchtig, koel en neemt snel vocht op. Een katoenen laken voelt daardoor niet klam aan en zorgt er voor dat je makkelijker in slaap kan vallen tijdens een warme nacht. Een dunne katoenen pyjama is dan ook ideaal om te dragen. Het vangt het zweet op dat anders op de huid zou blijven liggen. De huid wordt daardoor minder klam, waardoor het lichaam koeler blijft.

8. Eet lichte maaltijden

Lichtere maaltijden zorgen voor een betere vertering. Om zware maaltijden te verwerken produceert het lichaam namelijk meer warmte. Vermijd ook cafeïne, dat heeft een vochtafdrijvend effect.

Rechtszaken tegen Philips om mogelijk kankerverwekkende deeltjes in slaapapneu-apparaten

Sinds Philips een terugroepactie is gestart van slaapapneu- en beademingsapparaten die mogelijk kankerverwekkend zijn wordt het bedrijf overspoeld met rechtszaken. Vooral in Canada en de Verenigde Staten besloten mensen massaal naar de rechter te stappen. Het aandeel van Philips is door alle commotie gekelderd.

Verbrokkeld schuim

In juni kwam Philips met het bericht dat het schuim dat in de apparaten zit kan verbrokkelen. Deze schuimbrokken kunnen kunnen patiënten vervolgens binnenkrijgen en dat kan onder meer voor hoofdpijn of luchtwegirritatie zorgen. Bovendien zou blootstelling aan de schuimdeeltjes potentieel ‘kankerverwekkende effecten’ kunnen hebben, volgens Philips.

Terugroepactie

In de Verenigde Staten werd het merendeel van de apparaten verkocht en daar is de terugroepactie door medische waakhond FDA ingeschaald als de zwaarste categorie, voor “een situatie waarin er een redelijke kans is dat een product ernstige gezondheidsproblemen of de dood kan teweegbrengen”. Philips zelf denkt dat de schuimdeeltjes te groot zijn om diep in de longen terecht te kunnen komen. Op dit moment kunnen ze niet uitsluiten dat de deeltjes mogelijk ook kankerverwekkend kunnen zijn. Er zijn geen testresultaten die erop wijzen dat de deeltjes ook daadwerkelijk kankerverwekkend zijn. Om dit zeker te weten is meer onderzoek nodig.
Onder de terugroepactie vallen 15,7 miljoen apparaten.

Een goede slaaphouding


Dagelijks worden veel mensen wakker met hoofdpijn of rugklachten. Het is dan ook niet vreemd dat een goede slaaphouding heel erg belangrijk is.

Ongeveer 75% van de mensen slaapt op de zij, 20% slaapt op de rug en zo’n 5% slaapt in buikligging. Maar wat is nu een goede slaaphouding en waar moet je op letten?

Zijligging

De meeste mensen slapen op hun zij. Hierbij is het belangrijk om een goed kussen te hebben dat het hoofd in een neutrale positie ondersteunt. Zo blijft de nek op één lijn met de wervelkolom zonder dat alle druk op de schouders terecht komt. Veel mensen krijgen namelijk last van hoofdpijn wanneer ze op een kussen slapen dat niet goed ondersteunt. Het komt ook vaak voor dat mensen half op hun zij en half op hun buik liggen. Deze draaiing kan voor druk op de wervelkolom zorgen.

Rugligging

Ook als je op de rug slaapt is het belangrijk dat de nek in één lijn is met de wervelkolom. Bij het gebruik van een te hoog kussen wordt de nek gebogen waardoor daar spanning ontstaat. Ook komt het vaak voor dat het hoofd tijdens het slapen naar links of naar rechts draait. Tijdens de slaap verslappen namelijk alle spieren. Als het hoofd nergens tegenaan steunt hangt het vaak een kant op met als gevolg dat er spanning staat op de spieren, gewrichten en tussenwervelschijven.

Buikligging

De buikligging is erg belastend voor de rug en nek. Vaak liggen buikslapers plat op de buik met het hoofd gedraaid wat tot nekklachten en hoofdpijnklachten kan leiden. Het slapen op de buik kan dus het beste worden vermeden.

De beste slaaphouding

Volgens fysiotherapeuten is de rugligging een fijne slaaphouding waarbij het hoofd, de nek en wervelkolom een neutrale positie innemen tijdens de nachtrust. Let er dan wel op dat er genoeg ondersteuning is en het hoofd niet opzij valt. Ook in zijligging kun je in een rechte houding liggen waarbij de nek tot het staartbeen in een zo recht mogelijke lijn ligt. Het is hierbij van belang om niet scheef te gaan liggen en de knieën niet te ver op te trekken.
De buikligging zorgt voor de meeste spanning op spieren, gewrichten en tussenwervelschijven. Voor buikslapers kan het helpen om een klein kussen onder de buik of heupen te plaatsen waardoor de wervelkolom een meer natuurlijke houding aanneemt. Of probeer toch een andere slaappositie aan te leren.

Snurken vrouwen ook?


Snurken wordt vaak veel gezien als een probleem van mannen. Het klopt dat er meer mannen dan vrouwen snurken. Maar ook vrouwen kunnen snurken!

Snurkende mannen en vrouwen
Van alle snurkers is zo’n 60% man en 40% vrouw. Vooral bij vrouwen rust er nog een groot taboe op snurken. Snurken wordt door veel vrouwen gezien als oncharmant en veel vrouwen schamen zich voor hun gesnurk. Mannen daarentegen lachen hun gesnurk vaak onschuldig  weg en vinden het een onderdeel van hun mannelijkheid.

Oorzaak van snurken
De oorzaak van snurken is bij mannen en vrouwen gelijk: tijdens de slaap verslappen alle spieren. De tong is ook een spier, die verslapt en zakt hierdoor weg. Dit zorgt voor een vernauwing in de luchtweg. Lucht moet daardoor met meer kracht naar binnen gezogen worden, waardoor het zachte verhemelte en de huig vibreren en het snurkgeluid ontstaat. Mannen en vrouwen kunnen even luid snurken.

Genetisch bepaald
Snurken is veelal familiair. De bouw van het lichaam en de genen kunnen een oorzaak zijn van snurken. Ook alcohol, medicijngebruik en overgewicht kunnen snurken veroorzaken. Tevens heeft onderzoek aangetoond dat snurken bij vrouwen ook veroorzaakt kan worden door wisselende hormoonspiegels.

Oplossing
Om een snurkprobleem op te lossen moet de oorzaak van het snurken aangepakt worden: de wegzakkende tong. Een op maat gemaakt mondstuk houdt de tong op zijn plaats zodat deze niet meer kan wegzakken en de luchtweg vrij blijft. Voor vrouwen is er een speciale variant ontwikkeld: de SnörEx® LadySnore. Deze snurkbeugel wordt op maat gemaakt, weegt slechts 5 gram en is niet zichtbaar in de mond.

Meer weten over snurken of anti-snurk mondstukken? Neem contact op met onze experts.